De spelonderdelen
(gambling, snooker, speedstakes)
Gambling
De gambling is een spelvorm waarin punten worden verzameld en afstandshandling kan worden gevraagd. Het doel is om zoveel mogelijk punten te scoren binnen een bepaalde tijd, meestal 30 seconden.
In het parcours van de gambling kunnen alle toestellen worden gebruikt met uitzondering van de oxer en de breedtesprong.
De gambling kan een bonusfase hebben.
In een gambling kan afstandshandling worden gevraagd.
De keurmeester bepaalt de speeltijd. Het einde van de speeltijd wordt aangegeven met een geluidssignaal.
De start en finish zijn twee verschillende toestellen.
Het spel
In de openingsfase worden minimaal 15 toestellen opgesteld (inclusief start).
De tijd wordt gestart wanneer de hond over/door het starttoestel gaat.
Het doel is om zoveel mogelijk punten te verzamelen door het correct nemen van toestellen.
De speeltijd is tussen 30 en 50 seconden. De speeltijd wordt vooraf bekendgemaakt door de keurmeester.
Voor ieder correct genomen toestel worden punten gescoord.
Bij het maken van een fout worden geen punten toegekend voor het betreffende toestel.
Weigeringen worden niet gekeurd tijdens de openingsfase.
Voor ieder toestel kunnen maximaal tweemaal de punten worden toegekend met uitzondering van de sprongen. Wanneer een toestel voor de derde keer of meer wordt genomen, levert dit geen punten meer op tenzij anders aangegeven door de keurmeester.
In het parcours kunnen alle toestellen worden gebruikt met uitzondering van de oxer en de breedtesprong.
Punten worden als volgt toegekend, tenzij anders aangegeven door de keurmeester:
-10 punten: de sprongen
-20 punten: de tunnels en de band
-30 punten: de raakvlaktoestellen en de palenDe keurmeester mag een “bonus” toepassen om extra punten te kunnen scoren. Dit wordt uitgelegd voorafgaand aan het verkennen van het parcours.
Het einde van de speeltijd wordt aangegeven door middel van een geluidssignaal. De tijd blijft wel doorlopen en stopt pas wanneer de hond over/door de finish gaat.
Wanneer het fluitsignaal wordt gegeven en de hond neemt op dat moment een toestel, dan worden punten enkel toegekend wanneer het zeker dit dat er geen fout meer op het toestel kan worden gemaakt.
Latten/elementen die tijdens een run vallen of verplaatsen worden tijdens de run niet teruggelegd/-gezet.
Wanneer de gambling een eindfase bevat mag de combinatie niet twee opeenvolgende toestellen uit de eindfase uitvoeren in de openingsfase. Dit mag ook niet in tegengestelde richting.
Bonus
De keurmeester bepaalt de speeltijd voor de bonus. De speeltijd is tussen de 10 en 20 seconden. De keurmeester kan er ook voor kiezen om een gambling zonder eindfase te doen.
De bonus kan bestaan uit 3 tot 6 toestellen (inclusief finish).
De route van de toestellen in de eindfase wordt weergegeven door middel van nummerbordjes.
Bij afstandshandling moet de handler achter een lijn of bepaalde toestellen blijven om bonuspunten te scoren.
Latten/elementen die tijdens een run vallen of van plaats veranderen worden tijdens de run niet teruggelegd/-gezet.
Een combinatie mag een toestel opnieuw nemen wanneer deze in de openingsfase al tweemaal (of meer) is genomen.
Een keurmeester mag afwijkende/speciale regels invoeren voor de bonus.
De eindfase start zodra het geluidssignaal voor het einde van de openingsfase hoorbaar is.
Het doel van de eindfase is om de hond zo snel mogelijk foutloos via de vast route over toestellen te sturen onder de gestelde voorwaarden van de keurmeester.
De keurmeester mag bepalen dat punten van de openingsfase aangepast worden in de eindfase onder bepaalde voorwaarden of een bonusregeling toepassen.
Weigeringen mogen worden toegekend tijdens de bonus. Het gevolg van een weigering maakt de keurmeester voorafgaand aan het verkennen van het parcours bekend.
De tijd stopt zodra de hond met het voorste gedeelte van het lijf over/door de finish gaat.
Indien een hond finisht buiten de gegeven speeltijd gaan de punten van de bonus verloren, tenzij anders aangegeven. De punten van de openingsfase blijven behouden, tenzij anders aangegeven.
Tijdens de openingsperiode is het verboden om stil te gaan in de buurt van het eerste toestel van de eindfase. Hierbij volgt een diskwalificatie.
Een gambling wordt inclusief spelregels vooraf gepubliceerd op de website (pagina wedstrijdkalender).
Een combinatie wint de gambling met de meeste punten. Bij een gelijk aantal punten wint de combinatie met de snelste tijd.
De keurmeester geeft de punten door aan de schrijverstafel.
Snooker
(klik HIER voor een verkorte versie)
Snooker is een spelvorm van risicostrategie, gebaseerd op punten verzamelen, terwijl van de deelnemer inzicht wordt gevraagd wat betreft snelheid, zwaktes en krachten van de combinatie. Tijdens snooker is het belangrijk om toestellen correct te nemen. Snooker bestaat uit een openings- en eindfase.
In een snookerparcours worden 3 tot 5 ‘rode sprongen’ opgesteld die gebruikt worden in de openingsfase. Ieder succesvol genomen ‘rode sprong’ is één punt waard. Na het succesvol nemen van een ‘rode sprong’ dient een ‘gekleurd (niet rood) toestel’ genomen te worden.
De keurmeester bepaalt hoeveel rode sprongen opgesteld worden en hoeveel hiervan genomen dienen te worden tijdens het parcours.
De keurmeester bepaalt de speeltijd. De speeltijd voor openings- en eindfase worden niet apart van elkaar vastgesteld. Er is een totaaltijd voor het hele spel.
In het parcours kunnen alle toestellen worden gebruikt met uitzondering van de oxer en de breedtesprong.
Start en finish zijn twee aparte sprongen die enkel dienen om de tijd te starten en stoppen.
Er worden minimaal 9 toestellen opgesteld. De waarden van de toestellen variëren van 1 t/m 7.
Toestelwaardes
1 punt - rode sprongen
2 punten - gekleurd toestel (sprong, breedtesprong of tunnel)
3 punten - gekleurd toestel (sprong, breedtesprong, tunnel, band of een combinatie van twee toestellen*)
4 punten - gekleurd toestel (breedtesprong, tunnel, band, raakvlaktoestel, zes palen of een combinatie van twee of drie toestellen*)
5 punten - gekleurd toestel (raakvlaktoestel, zes palen of een combinatie van twee, drie of vier toestellen*)
6 punten - gekleurd toestel (raakvlaktoestel, twaalf palen of een combinatie van twee, drie of vier toestellen*)
7 punten - gekleurd toestel (raakvlaktoestel, twaalf palen of een combinatie van drie of vier toestellen*)
*Combinaties van twee of drie toestellen mogen enkel bestaan uit sprongen, breedtesprong, tunnels of band. Combinaties van vier toestellen mogen enkel bestaan uit sprongen, breedtesprong, tunnels, band of zes palen.
Openingsfase
De keurmeester bepaalt hoeveel rode sprongen genomen dienen te worden in de openingsfase. Na iedere goed genomen rode sprong dient een gekleurd toestel genomen te worden.
Voorafgaand aan het verkennen doet de keurmeester een briefing.
Tijdens de openingsfase dienen de toestellen in de volgende volgorde gelopen te worden: rode sprong – gekleurd – rode sprong – gekleurd – rode sprong – gekleurd, etc. Het aantal rode sprongen wordt bepaald door de keurmeester. Na het nemen van de laatste rode sprong dient nog een gekleurd toestel genomen te worden, daarna begint de eindfase.
De hond start de tijd door de startsprong te nemen.
Een gekleurd toestel mag enkel genomen worden na een goed genomen rode sprong.
Iedere rode sprong mag slechts eenmaal gebruikt worden in het parcours, ongeacht of deze goed of fout genomen is.
Bij het maken van een fout op een rode sprong dient er eerst een andere (nog niet genomen) rode sprong goed te worden uitgevoerd.
Wanneer een fout wordt gemaakt op een rode sprong en er is geen rode sprong meer over die nog niet is genomen, start de deelnemer aan de eindfase.
Bij een fout genomen rode sprong wordt geen punt gescoord.
Bij een fout genomen gekleurd toestel/gekleurde combinatie worden nul punten gescoord. De deelnemer mag geen nieuw gekleurd toestel/gekleurde combinatie nemen en gaat dus door naar de volgende rode sprong (indien nog beschikbaar) of de eindfase.
Indien een (deel van een) gekleurd toestel valt, kunnen er geen punten meer behaald worden op dit toestel in de openingsfase (ongeacht of deze opnieuw wordt opgebouwd tijdens het lopen van het parcours).
Indien een (deel van een) gekleurd toestel valt in de openingsfase, worden de punten (indien goed genomen) wel toegekend in de eindfase, ongeacht of het toestel opnieuw is opgebouwd.
Weigeringen worden niet gegeven tijdens de openingsfase. De keurmeester mag zelf bepalen of een weigering in de eindfase consequenties heeft. Dit wordt vooraf tijdens de briefing bekend gemaakt.
Eindfase
Zodra de deelnemer de openingsfase heeft voltooid, dient er onmiddellijk gestart te worden aan de eindfase.
De deelnemer start de eindfase bij 2 en vervolgt de vaste route die aangegeven is door middel van nummerbordjes. In de eindfase kunnen 27 punten gescoord worden (2,3,4,5,6,7).
Indien het gekleurde toestel met waarde 2 het laatst genomen gekleurde toestel in de openingsfase was, dient deze nogmaals genomen te worden om de eindfase te starten.
Na het nemen van 7 dient de hond de tijd te stoppen door de finishsprong te nemen.
De hond dient ook te finishen wanneer:
de maximale speeltijd voorbij is;
de hond een onjuiste route heeft genomen of een fout maakt op een toestel;
de hond een toestel weigert en dit conform briefing ‘einde spel’ betekent.
Zodra de speeltijd is verstreken klinkt er een geluidssignaal. Hierna kunnen geen punten meer worden gescoord en dient de hond onmiddellijk te finishen. De tijd stopt pas zodra de hond finisht. De punten die behaald zijn binnen de speeltijd vormen de totale score.
De deelnemer met de meeste punten wint de snooker. Bij een gelijk aantal punten telt de snelste tijd.
Indien het geluidssignaal hoorbaar is tijdens het uitvoeren van een toestel en/of combinatie dan worden er enkel punten toegekend wanneer er met zekerheid geen fout meer kon worden gemaakt.
Speedstakes
Een speedstakes is een parcours waarbij de nadruk ligt op snelheid en vloeiende lijnen. In de regel wordt in de speedstakes alleen gebruikgemaakt van hoogtesprongen, tunnels, de palen en een A-schutting. De andere toestellen (kattenloop, wip, band, muur en breedtesprong) worden niet in een speedstakes opgesteld. In een speedstakes worden net als in een vast parcours of jumping fouten en weigeringen toegekend. Drie weigeringen leiden tot diskwalificatie. Net als bij de jumping en het vast parcours wordt er bij de speedstakes een SPT bepaald. Elke seconde buiten de SPT levert een strafpunt op.